Lang niet alle Utrechtse vijftigplussers zullen zich het Utrecht van vijftig jaar geleden kunnen herinneren, maar het seizoen 1971/72 kende toch heel wat bewogen momenten. Het was het tweede seizoen dat FC Utrecht in de Eredivisie speelde en het jaar voordien hadden de Domstedelingen nog 64 tegengoals moeten incasseren. Het tweede jaar moest beter worden en daarvoor trok het onder meer Karel Bonsink en Finn Seemann aan.
Enkele nieuwe spelers, maar vooral veel vertrekkers
Het was van DWS dat Karel Bonsink en Finn Seemann overkwamen. Co Adriaanse, die Bonsink van het militaire elftal kende, overtuigde trainer Bert Jacobs van Bonsink zijn kwaliteiten. Van Finn Seemann was men minder overtuigd. “Die kregen we er gratis bij”, tekende hulptrainer Fritz Korbach later in het jubileumboek van FC Utrecht op. “Maar verder een sociale gozer met charisma”, klonk het ook. Ondanks de twijfels wist Seemann toch te overtuigen. Onder meer zijn formidabele traptechniek was opvallend. Na twee seizoenen zocht Seemann echter opnieuw andere oorden op. Geen nieuwe voetbalclub, want hij maakte de overstap naar het American Football. Als kicker ging hij aan de slag bij de Houston Oilers in Nashville.
Ook Karel Bonsink bleek een goede versterking te zijn. Op 16 april 1972 was hij de eerste speler die een hattrick scoorde voor FC Utrecht. Naast Bonsink en Seemann kwamen nog vier amateurspelers over naar FC Utrecht, maar de lijst met vertrekkers was vele keren langer. Uiteindelijk moest Bert Jacobs het tweede seizoen met vijf contractspelers minder starten dan het eerste seizoen.
Een goed begin, maar toch geen Europees voetbal
Het seizoen 1971/72 begon uitstekend. Tegen Feyenoord speelde FC Utrecht gelijk en tegen Ajax werd maar heel nipt verloren, waarna in januari wel van PSV werd gewonnen. Het was meteen ook de eerste keer dat FC Utrecht tegen een ploeg uit de top drie kon winnen. Zeven wedstrijden voor het einde van het seizoen evenaarde FC Utrecht al het aantal punten uit hun eerste seizoen. Het was zelfs goed op weg om Europees voetbal te halen, maar er volgde een terugval.
Het waren andere tijden, zonder het hyperkapitalisme dat het hedendaagse voetbal typeert. Van supersterren als Maradona hadden nog maar weinigen gehoord. Sportweddenschappen waren nog maar net legaal en op veel meer dan de einduitslag kon je niet wedden. En de meeste voetballers hadden naast hun baan als voetballer ook een andere betrekking. Slechts vier spelers van FC Utrecht waren in het seizoen 1971/72 fulltime prof, dan is een terugval na een slopend seizoen niet zo verbazingwekkend.
Uiteindelijk sloot FC Utrecht het seizoen af op een mooie zesde plaats. Het doelsaldo was voor de eerste keer ook positief: 56 gescoorde doelpunten en 42 tegentreffers. Jan Groenendijk nam op zijn eentje vijftien doelpunten voor zijn rekening. Karel Bonsink kreeg dan weer een uitnodiging voor Jong Oranje. Na zijn periode bij FC Utrecht trok hij naar België, waar hij onder meer voor RFC de Liège en RWDM uitkwam.
